Schrijfexperiment 2023

Januari – schrijfhulpboeken

De eerste maand zit erop. So far, so good. Het ging niet helemaal volgens planning. Van de vier boeken die op de planning stonden heb ik er twee gelezen en één veranderd. De laatste week stond in het teken van een nieuwe cursus die eigenlijk ook wel onder het kopje schrijfhulp valt.

Week 1: Reis van de held – Mieke Bouma

Het concept van de reis van de held kende ik al. In het kort zijn dat alle stappen die jouw hoofdpersonage doormaakt in het verhaal. De basis is hetzelfde, maar de mogelijkheden oneindig. Ik denk dat het moment na het plotten (als je dat al doet) het beste is om deze twaalf stappen door te nemen. Zo kun je het patroon herkennen en aanpassingen maken waar nodig.

Elke stap wordt duidelijk uitgelegd met verschillende voorbeelden uit boeken en films. Ook worden er een duidelijk aantal functies benoemd voor die specifieke stap. Dat vond ik zelf het meest waardevol. Elke stap wordt afgesloten met een samenvatting en wat vragen die je kunt toepassen in je verhaal of aan het denken zet voor fases in je eigen leven, dat van mensen om je heen of wat er in de media verschijnt aan nieuws.

Zelf haalde ik vaak in mijn hoofd mijn nannyverhaal erbij als voorbeeld. Ook dat is prettig om te kunnen vergelijken met een stappenplan dat veelal succesvol is gebruikt. Het boek is verkrijgbaar als als e-book, luisterboek en als paperback.

Ik vond dit een heel fijn en leerzaam boek. Zeker aan te raden als je begint met schrijven of ter controle bij het herschrijven.

Week 2: The relaxed author – Joanna Penn & Mark Leslie Lefebvre

Het tweede boek dat ik in januari heb gelezen is ‘The relaxed author’ geschreven door Joanna Penn (goede naam voor een schrijfster) en Mark Leslie Lefevre (niet zo’n goede naam) Dit was iets moeilijker om doorheen te komen. Er kwamen verschillende onderwerpen aan bod.

  • Uiteraard het schrijven zelf. Waar het op neer komt is dat het belangrijk is dat je schrijft over wat je leuk vindt. En ook wel handig, over een onderwerp waar je veel vanaf weet of bereid bent om veel over te leren. Schrijf in je eigen tempo, probeer niet te veel te vergelijken met anderen. En vergeet niet te ontspannen!
  • Ook werd er veel aandacht besteed aan de manier van publiceren. Self pubben of via een uitgeverij worden beiden belicht met de voordelen en nadelen. Hoe doe je de marketing? Doe je dat alleen online? Doe je dat op veel platformen of kies je er één? Of heb je daar helemaal geen zin in?
  • Probeer de onderdelen die je niet leuk vindt aan het schrijven door iemand anders te laten doen.
  • Schrijf je onder je eigen naam? Gebruik je een pseudoniem? Wat zijn de voordelen en nadelen van schrijven onder meerdere namen?

Het allerbelangrijkste wat ik uit dit boek heb gehaald is: luister naar je gevoel. Wat voor de een goed voelt, kan voor de ander niet werken. Ontdek jouw fijnste manier en vergelijk jezelf niet te veel met anderen.

Week 3: Schrijven Kreng! – Lisette Jonkman

Change of plans. Eigenlijk was het de bedoeling om ‘Dialogen schrijven’ van Don Duyns te lezen. Maar het fijne aan een challenge met jezelf aangaan, is dat je zelf kunt schuiven. Daarom werd het derde boek van januari Schrijven Kreng! Eind vorig jaar heeft Lisette het boek uit 2014 een update gegeven met alle nieuwe informatie en wijsheid die ze in die jaren heeft opgedaan.

Het is heerlijk humoristisch geschreven, waardoor je er doorheen vliegt. (En haast zou vergeten dat je het leest om iets te leren🤭) Lisette heeft na elk onderwerp een opdracht die je eigenlijk in elk deel van je schrijfproces kunt toepassen. Haar duidelijke karakterprofiel is echt mijn favoriet. Hij is makkelijk toe te passen. Sommige dingen zul je waarschijnlijk niet gebruiken in je verhaal, maar het geeft in je hoofd een completer beeld. Op sommige momenten heb ik echt hardop zitten lachen. Het werkt erg motiverend om na de tips en ervaringen van Lisette te gaan schrijven. (Kreng!)

Week 4

In de laatste week van januari kon ik direct testen hoe relaxed ik ben als author. Op mijn verjaardag kreeg ik ‘Dokters, diva’s en driftbuien‘ terug van de redacteur. Veel opmerkingen, suggesties en tips. Waarop Jochem Meyer al door mijn hoofd klonk. ‘Stop maar, begin maar helemaal opnieuw.’ Just kidding, maar er is wel werk aan de winkel. Gelukkig heb ik me na de eerste teleurstelling in mezelf snel kunnen herpakken en ben ik gaan brainstormen over de verbeterpunten. Dat ging eigenlijk best vlot, maar mijn hoofd heeft dan ook dubbele diensten gedraaid. Wat zou het fijn zijn als die soms even uit kon!

Deze week heb ik dus geen boek gelezen, maar ben ik begonnen aan de cursus van Marelle Boersma – Levensechte-personages. Die kwam echt als een geschenk uit de hemel. Ik kon er direct mee beginnen omdat het online is. Zeker een fijne toevoeging. En door alle mogelijkheden ook weer eindeloos mee te combineren.

Wat ik in februari ga doen bewaar ik voor een volgende blog. Want deze is alweer veel te lang geworden. (Misschien had ik me toch aan de planning moeten houden en gewoon schrijven is schrappen moeten lezen.)

Wat denken jullie dat ik in februari ga doen voor challenge?

Schrijfexperiment 2023

It’s time to write a new story

Een nieuw jaar is een mooi moment om te kijken naar goede voornemens. Eigenlijk is het ergens onzin om dat te doen op de dag dat een nieuw jaar begint en kun je dat elke dag dat je maar verandering wil toepassen. Toch werkt het menselijk brein (de mijne in ieder geval wel) zo dat het een soort nieuw begin is. Het is een nieuw jaar.
Een nieuw boek met 365 lege pagina’s voor je om er een mooi verhaal van te maken.

Naast de haast jaarlijks terugkerende goede voornemens die iedere keer in de eerste week sneuvelen (niet snoozen, niet te vaak eten bestellen en voldoende bewegen) heb ik afgelopen jaar een schrijfexperiment voor mezelf gemaakt met twaalf verschillende onderdelen.

Iedere maand ga ik een andere uitdaging aan om zo nog meer kennis op te doen en beter te worden in het schrijven. En in januari ga ik me verdiepen in verschillende schrijfhulpboeken.

Januari – schrijfhulpboeken



Er bestaan honderden schrijfhulpboeken en ik denk dat ik (als de nerd die ik ben) aardig wat exemplaren daarvan verzameld heb. Zowel fysiek (Hoe schrijf je een bestseller?) (Zo doe je dat, je levensverhaal schrijven) (In tien stappen een bloedstollende thriller schrijven) als op Kobo plus.

Allemaal omdat ik zoveel mogelijk wil leren (nerd, told you!) en de beste versies van mijn verhalen wil schrijven. Deze maand ga ik gebruiken om zoveel mogelijk informatie te verzamelen. Daarin zijn natuurlijk nog verschillende categorieen. Voor elke week heb ik een andere categorie uitgekozen om informatie uit te halen. Dat zijn:

Week 1: Storytelling: Storytelling in 12 stappen/Reis van de held – Mieke Bouma

– Week 2: Mindset: The relaxed Author – Joanna Penn


Week 3: Dialogen schrijven – Don Duyns

– Week 4: Schrijven is schrappen – Hans Hogenkamp


Eind januari plaats ik een blog waarin ik vertel wat ik geleerd heb in de maand en kijken we vooruit naar de volgende maand .(Die volgens mij de grootste uitdaging voor mij gaat worden…)

Eitjes zoeken

Speciaal voor Pasen ben ik in de huid gekropen van mijn, toch wel lievelingspersonages. Mike en Esmee hebben me verliefd gemaakt op het schrijven. Wat was het heerlijk om een wereld te creëren, waarin ik alles kan bepalen en in de hoofden te kruipen van twee mensen die in mijn hoofd zijn ontstaan.
Ze staan nog steeds te wachten op mijn laptop om verder te gaan met hun mooie verhaal. Maar mijn nanny Sjoukje, moeder Sofia en dochter Mirella kregen voorrang en hebben me hen een beetje laten verwaarlozen.
Voor Homefest schreef ik dit erotische verhaal en het voelde weer zo natuurlijk om te schrijven. Ongetwijfeld zullen Esmee en Mike weer uit mijn toetsenbord vloeien, maar voor nu moeten ze nog even wachten op de avonturen van Sjoukje. Voor nu, veel leesplezier en een fijne Tweede Paasdag.

Eitjes zoeken

Mike

Het is Pasen en ik heb er helemaal niets mee. Kerst en oud en nieuw vind ik nog gezellig, maar Pasen is maar saai. Ik ben geen ochtendmens en houd al helemaal niet van ontbijten. De enige reden dat deze Pasen beter is, is omdat Esmee nu naast me ligt en ik niet kan wachten om deze Pasen een stuk spannender te maken.

Zachtjes sluip ik uit bed. Ze draait zich om en kreunt zachtjes. Haar gezicht is mooi als ze slaapt. Haar wangen zijn rood en haar bruine haren zitten warrig. Na een zachte kus op haar voorhoofd, slaapt ze verder en loop ik naar de keuken. Nooit gedacht dat ik dit ooit zou doen, laat staan voor een vrouw. Maar Esmee heeft alles veranderd. Het valt nog niet mee om de spullen voor Esmee verborgen te houden, ze is hier inmiddels zo vaak en duikt de kastjes in alsof het haar huis is. En het opmerkelijkste van allemaal is nog wel dat ik het helemaal prima vind. Het is heerlijk om tegen haar aan te kruipen op de bank, haar in mijn koelkast te zien neuzen en de kasten af te spitten en al het lekkers op te eten wat ze kan vinden.

Ik hijs mezelf in mijn ochtendjas en nadat ik de oven aanzet, dek ik de tafel. Ik lijk wel gek met mijn vrolijke servetjes met haasjes en kuikentjes erop. Mijn zusjes zouden me keihard uitlachen als ze het wisten. Een klein half uur later is de tafel gevuld met warme broodjes, verse jus, een bak fruitsalade en op elk eierdopje een hardgekookt ei. Tijd om Esmee wakker te maken. Uit mijn kledingkast pak ik een stropdas en bind die om mijn nek. Mijn ochtendjas gaat uit en ik kan de glimlach op Esmee haar gezicht al bijna zien als ze me naakt aantreft.

‘Goedemorgen mooierd.’ Ik kus haar op haar lippen en ze kreunt zachtjes. Het heeft direct effect op mijn lichaam en ik voel mijn opwinding groeien. Ze knippert haar ogen en moet wennen aan het licht.
‘Hey’, zegt ze met schorre stem. Ik trek de dekens van haar af en wil haar direct overal strelen en kussen.
‘Wat heb jij nou?’ vraagt ze, wanneer ze mijn stropdas ziet.
‘U lacht me toch niet uit, mevrouw?’ Ze giechelt en schudt verwoed haar hoofd. Ze trekt me aan mijn stropdas omlaag en drukt haar lippen op de mijne. Haar lichaam is warm en heerlijk zacht.
‘Kom liefje, ik heb ontbijt gemaakt.’
‘Droom ik nog?’ Ze drukt nog meer kusjes op mijn lippen, mijn kaaklijn en verder naar beneden in mijn hals. Ze maakt me gek en ze weet het. Ik weet me los te rukken uit haar omhelzing en help haar uit bed. Ze trekt haar zwarte kimono aan en het wordt lastig haar niet te bespringen voor we hebben gegeten. Haar tepels schijnen door het kant heen en als ze zo tegenover me zit, kunnen die croissantjes me gestolen worden. Eenmaal overeind omhelst ze me en ik voel haar warmte tegen me aan. Het laat me niet onberoerd en dat is duidelijk zichtbaar.


‘Vind je het spannend dat we naar mijn ouders gaan?’ Ik haal mijn schouders op. Ik kan niet verder verschillen van de ideale schoonzoon en toch zijn Esmees ouders vriendelijk tegen me. Nu heb ik ze ook pas twee keer eerder gezien en beleefd antwoord gegeven op alle vragen die Esmees moeder op me afvuurde.
‘Misschien een beetje.’ Esmee begint te ratelen over alle redenen dat ik me echt nergens zorgen over hoef te maken en dat het echt wel goedkomt. Het duurt een eeuwigheid voor Esmee is uitgegeten en ik ben ongeduldig. We springen na het ontbijt samen onder de douche en dat gaat niet zonder elkaar hevig te zoenen. Eenmaal afgedroogd, neem ik haar mee naar de slaapkamer. We strelen en kussen elkaar en ik leg haar op bed neer.
‘Ik heb een verrassing voor je.’ Ze schiet nieuwsgierig omhoog.
‘Wat dan?’
‘Dat kan ik niet vertellen. Ga maar liggen en laat het over je heenkomen.’
Haar ogen schieten overal heen, maar toch legt ze haar hoofd weer op het kussen neer. Iedere beweging van mij wordt nauwlettend in de gaten gehouden en op deze manier kan ik natuurlijk niets doen.
‘Change of plans.’ Uit het nachtkastje haal ik een slaapmasker en ze wordt giechelig als ik hem over haar hoofd til. Ik pak mijn earpods uit de oplader en doe ze voorzichtig in haar oren, terwijl ik John Legend voor haar opzet. Ik zwaai voor haar gezicht en praat tegen haar, maar naast haar ondeugende grijns reageert ze niet. Mooi.
Ze heeft haar armen strak langs haar lichaam en ligt doodstil. Snel haast ik me naar de koelkast om de babyolie en het nieuwe speeltje te pakken. Wanneer ik terugkom, heeft ze nog niet bewogen. De olie laat ik over haar lichaam druppelen en ze lacht zachtjes. Haar tepels worden stijf, wanneer de koude olie eroverheen glijdt. Ze kronkelt en aan haar glimlach kan ik zien dat ze geniet en er alle vertrouwen in heeft dat dit prettig voor haar eindigt. Met mijn vingers glijd ik over haar lichaam. Haar schouders, haar hals en haar prachtige borsten. Eén voor één neem ik ze in mijn handen en kneed haar harde tepels. Ze heeft moeite met stilliggen en kreunt goedkeurend. Mijn handen bewegen langzaam naar beneden en ik streel haar buik en schaamstreek. Ze beweegt haar heupen omhoog en ik weet precies wat ze wil.

Met nog meer olie wrijf ik haar bovenbenen in, de binnenkant van haar dijen en raak daarbij soms voorzichtig haar schaamlippen aan. Ze spreidt haar benen iets en heeft geen idee hoe opgewonden ik ervan raak. Ze is zo sexy en maakt me gek met haar bewegingen. Tijd om de rollen om te draaien. Ik zet het vibrerende eitje aan en hij begint zachtjes te trillen. De kou tegen haar schaamlippen bezorgt haar kippenvel. Ze tilt haar hoofd op, maar laat hem vervolgens weer zakken. Haar handen knijpt ze tot vuisten en ze is alert. Met mijn tong leg ik dezelfde weg af die mijn handen net gemaakt hebben. Ik kus, lik en sabbel op haar gevoelige tepels en kus mezelf omlaag tussen haar benen. Met mijn tong en het eitje plaag ik haar en haar zachte kreuntjes worden harder. Ze mompelt iets onverstaanbaars, maar ik weet precies wat ze me duidelijk wil maken. Ze wordt natter en dat is niet alleen door mijn tong. Het topje van het eitje laat ik bij haar naar binnen glijden, terwijl mijn tong haar clitoris verwent.
‘Oh, ik wil je voelen. Kom in me.’ Ze trekt aan mijn schouders, maar ik ben nog lang niet klaar. Het eitje glijdt soepel naar binnen en ik verander de stand. Het valt me op hoe stil hij is en dat is maar goed ook. De trillingen worden anders en Esmee reageert er perfect op. Haar ademhaling versnelt en het kost me alle moeite om mijn geduld te bewaren. Het eitje glijdt naar binnen, deze keer helemaal en met mijn tong ga ik door, tot ze het bijna uitschreeuwt. Ineens stop ik en met de afstandsbediening zet ik het eitje uit. Ik trek de earpods uit haar oren en verwijder de blinddoek. Haar wangen zijn rood en haar blik is geil.
‘Kleed je aan, we gaan naar je ouders.’

Esmee

‘Fijn dat jullie er zijn lieverds.’ Mijn moeder strompelt naar de hal, waar ik net de voordeur heb geopend.
‘Wat loop je moeilijk.’ Ik geef haar een kus en Mike wordt ongeveer opgevreten. Ik kan haar geen ongelijk geven.
‘Ja, ik ben vanmorgen gevallen. Mijn enkel is dik en doet flink pijn.’ We lopen achter haar aan naar de bank, waar mijn vader een boek zit te lezen.
Nog verwikkeld in het gesprek met mijn moeder begroeten Mike en ik mijn vader. Ze was in de tuin bezig en struikelde over een slingerende heggenschaar. Typisch mijn moeder. Ik houd haar tegen wanneer ze naar de keuken wil lopen en zet haar op de fauteuil neer.
‘Zal ik dat maar doen? Jij moet even rustig aandoen.’ Even later kom ik terug met vier koppen cappuccino en vier schoteltjes met Paastompouces. Wanneer ik eindelijk naast Mike plaatsneem op de bank, voel ik de aanwezigheid van mijn eitje, tussen mijn benen. Wat heb ik hem vervloekt. Net op het moment dat ik dacht niet meer terug te kunnen, stopte hij met zijn magische tong en vingers en liet me hongerig naar meer achter met een vibrerend eitje in me. Deze is anders dan eerdere eitjes die ik weleens geprobeerd heb. Hij lijkt zachtjes te pompen en trilt. Niet overheersend, maar goed aanwezig. Mike was maar wat blij met zijn afstandsbediening en probeerde alle standjes uit die er waren.
‘Over helpen gesproken,’ zegt mijn moeder nadat ze haar tompouce op heeft. Een deel van de slagroom zit nog in haar mondhoeken. Het ziet er schattig en onhandig uit.

‘Zouden jullie iets voor me willen doen?’ Het is een strikvraag. Door niet eerst te vertellen wat ze wil, weet ik dat het niet iets gaat zijn, waarop ik zit te trappelen, maar ik kan toch geen nee zeggen tegen mijn lieve moeder.
‘Tuurlijk’, zeg ik daarom opgewekt.
‘Ik zou vanmiddag met de kinderen uit de buurt eieren gaan zoeken in het bos. vanmorgen. Voor mijn val hebben papa en ik ze allemaal verstopt, maar met mijn voet lijkt het me geen goed idee om mee te gaan.’
Ik kijk Mike aan en hij kan met moeite zijn teleurstelling verbergen. Mijn moeder kijkt hem ook aan en hij tovert een glimlach op zijn gezicht.
‘Geen probleem, we doen het graag voor je’, zegt hij en het kan niet gemaakter zijn dan dit.

Ik kan niet stoppen met lachen. Mike ziet er belachelijk uit in het paashaaspak van mijn moeder. Zijn chagrijnige hoofd maakt het af. En toch is hij de meest sexy paashaas die ik ooit heb gezien. We komen aan bij het parkje achter ons huis en tientallen hypere kinderen staan te springen als ze Mike, ik bedoel de paashaas, zien.
‘Wacht maar dametje, hiervoor ga jij gestraft worden’, bromt hij in mijn oor voordat hij van alle kanten aangeraakt wordt door de kinderen. Verrassend genoeg is hij erg leuk met de kinderen en staat te springen, dansjes te doen en gaat met iedereen op de foto die dat wil. Voor zover ik weet gaan moeders normaal niet op de foto, maar deze paashaas is dan ook erg goddelijk. De ouders worden weggestuurd, het hoofd van de buurtcommissie vertelt dat de paashaas zijn honderd eitjes is verloren en heel verdrietig is, als die niet worden gevonden. Kinderen knikken begripvol en na het startsein rennen ze de bosjes in.
Mike mag zijn pak uitdoen als iedereen weg is en wij worden de bosjes ingestuurd om te kijken of kinderen elkaar niet neersteken om een chocolaatje.

Mike en ik verspreiden, maar al snel voel ik in me het eitje weer trillen. Ik span mijn bekken aan en voel de pulserende bewegingen heviger worden. God, wat is dit fout, maar o zo opwindend. Om ons heen schreeuwen en rennen kinderen, maar ik zie alleen Mike met zijn woest aantrekkelijke blik op me aflopen. Ik voel mezelf rood worden en wanneer hij een ander standje opzet, spring ik iets omhoog. Hij zet me neer achter een dikke boom en in stilte wachten we tot de kinderen voorbij zijn. Met aan weerszijden een hand naast mijn hoofd, kan ik geen kant op. Hij zoent me ruw op mijn lippen en zijn tong dringt bij me naar binnen. Zijn hand verdwijnt onder mijn jurkje, mijn panty in en zijn vinger streelt mijn clitoris.
‘Zo nat, schatje’, fluistert hij. Mijn ademhaling wordt sneller en het lijkt alsof de opwinding in alle hevigheid terug is.
‘Niet hier schat, straks zien ze ons.’
‘Dat maakt het toch juist alleen maar spannender?’ Met tegenzin duw ik hem van me af en trek mijn jurkje recht. Ik knabbel aan zijn oor en meng me weer tussen de hysterische kinderen.

99 eitjes zijn er gevonden. Na bijna een uur moest Mike zijn pak weer aan en waren sommige kinderen teleurgesteld dat ze de paashaas niet goed geholpen hadden. Uiteindelijk gaan alle kinderen met een zakje eitjes en een chocoladepaashaas weer met hun ouders mee. Wij worden bedankt en blijven achter.

‘Kom’, zegt Mike wanneer we zeker weten dat we alleen zijn. Hij trekt me mee terug de bosjes in en zet me achter een boom neer. Deze is nog groter en hier kunnen ze ons zeker niet zien. Ik sta nog maar net of zijn handen glijden al over mijn billen. Hij kneedt ze en kreunt goedkeurend.
‘Mond open, ogen dicht’, zegt hij tegen me. Gewillig doe ik wat hij zegt en ik hoor iets kraken. Plots voel ik de zoete smaak van chocola op mijn tong.
‘Stouterd, had jij het laatste chocolaatje?’ Hij knikt ondeugend en gaat op zijn hurken zitten, waarbij hij mijn panty in een ruk naar beneden trekt.
‘Spreid je benen.’ Ik doe wat hij zegt en zijn vingers verdwijnen weer in mijn slipje. Mijn clitoris is nog opgezwollen en ontzettend gevoelig. Ik kreun en knijp zachtjes in zijn schouders, terwijl ik goed in de gaten houd of niemand ons kan betrappen. Hij likt me en ik sta gelijk in vuur en vlam. Niet veel later, trekt hij het eitje uit me. Hij draait me om, laat zijn broek zakken en stoot hard in me.
‘Oh schatje, ik heb hier al de hele dag zoveel zin in.’
‘Anders ik wel’, jammer ik. Met zijn vinger glijdt hij over mijn clitoris, terwijl hij het tempo opbouwt van zijn stoten. De hele ochtend verlang ik al naar hem en nu hij in me zit, word ik overspoeld door het genot wat hij me geeft. Met een harde kreun kom ik klaar en niet veel later hoor ik hem ook achter me schokken. Hij kust mijn nek en trekt zich terug.
We kleden ons aan, ik doe een poging om mijn haar te fatsoeneren en zo normaal mogelijk lopen we terug naar het huis van mijn ouders.

‘En hoe was het?’ vraagt mijn moeder direct nieuwsgierig.
‘Alle eitjes zijn gevonden, maar er was er één wel heel goed verstopt.’ Mike glundert en knijpt zachtjes in mijn hand.
‘Maar de paashaas is nog nooit zo blij geweest’, zegt Mike en hij drukt een kus op mijn weer blozende wangen.

De Stem

Begin december deed ik mee aan de schrijfwedstrijd van Schrijvenonline. De opdracht was om een verhaal te schrijven van maximaal 500 woorden over De stem van je vader/moeder .
Bij alleen al het onderwerp maakte mijn hoofd overuren. Ik had wel een idee, maar op dat moment eigenlijk geen tijd. Het leek me een mooie wedstrijd om het jaar mee af te sluiten.

Terwijl ik midden in NaNoWriMo zat, was mijn hoofd druk bezig met dit stukje, wat ik wel even tussendoor kon schrijven. NaNo heb ik overigens niet gehaald. Ik ben blijven steken op 45087, maar met corona die ertussendoor kwam, een weekend Londen en mijn werk, was ik uiteindelijk toch wel redelijk tevreden. Er is dan helaas wel altijd een stemmetje in mij dat vind dat ik alsnog niet gewonnen heb, maar met de drukke maand die ik had en het aantal wat ik uiteindelijk wél gehaald heb, ben ik toch tevreden.

Terwijl ik eind november uitgeblust op bed lag, kreeg ik ineens inspiratie voor de schrijfwedstrijd. Om 02:03 was de eerste versie geschreven en zat ik netjes rond de 500 woorden.
Daarna heb ik nog wat dingen aangepast, na wat goede tips en 2 december stuurde ik tevreden mijn inzending naar de jury.

Gisteren kreeg ik een mail dat van de bijna 300 inzendingen er 20 op de longlist gekomen zijn. Helaas zit ik er niet bij, maar omdat ik het alsnog een prachtig stukje vind, ga ik hem toch met jullie delen. Laat vooral weten onder mijn instagrambericht of in de comments wat je ervan vindt. Komt ie:


Ze dacht er niet over na op het moment dat ze met haar dunne vingertjes in de supermarkt naar de zakken chips stond te graaien. Hoe het mogelijk was dat hij uit het niets verscheen en op kalme toon zei dat we “kijken met de…”
Hij hoefde zijn zin niet af te maken. Ze wist het, schrok en deed een stap achteruit. Geen haar op haar hoofd die eraan dacht om het nog eens te proberen. Een volgende waarschuwing betekende straf.
Ze stond er niet bij stil, wanneer ze met zijn vieren aan tafel zaten. De avonden dat moeder had gekookt en zij het laatste stuk kipfilet van haar vader kreeg. Sappiger, kruidiger, maar eigenlijk precies hetzelfde. Verzonken in haar eigen wereld en geen intentie om te luisteren naar iemand anders. Wat voor interessants kon zo’n volwassene nou te melden hebben?
Ze vond het heel normaal, wanneer ze elk weekend naast elkaar in de auto zaten. Vaste prik op zondagavond om haar op te halen bij haar vriendje. Veel te verliefd om een fatsoenlijk gesprek te voeren met haar chauffeur.
Ze dacht er niet over na. Ook niet toen ze ouder werd en ze zich eindelijk volwassen voelde. Wanneer ze merkte dat ze dezelfde scherpe humor bezaten en allebei een afkeer hadden voor botjes in het vlees, graatjes in de vis en walgelijk, zoetsappige films.

Ze ging er pas over nadenken toen al deze kleine, nietszeggende momenten dierbaar werden. Ze stond er pas bij stil toen ze hoorde dat hij ziek was en ging overlijden. Dat zijn lichaam opraakte en hij zwakker werd. Zijn ooit zo krachtige woorden hadden geen betekenis meer en zijn stem was niet meer dan een zwak gefluister.
Ze kwam erachter dat die stilte veel enger was, dan al die keren dat hij haar een halt toeriep. Dat zijn strenge toon haar maakte tot wie ze was en haar respect bijbracht. Ze ontdekte dat ze het zelf moest doen en hij er ineens niet meer was. Ze realiseerde zich dat hij altijd had gevochten voor zijn dierbaren, tot zijn laatste adem.
Ze was bang. Ze zou zijn stem nooit meer horen. Jarenlang was het stil. Geen “papa” die de telefoon opnam, geen gevloek in het verkeer en geen commentaar op het afdruipende sentiment van All you need is love.
Zachtjes sloop het erin. De grapjes, het sarcasme en de waarschuwingen. Wanneer ze haar ogen sloot en aan hem dacht, hoorde ze hem alsof hij weer naast haar stond. Om te zeggen dat ze haar zooi moest opruimen of om haar te laten weten dat hij trots op haar was.

Ze glimlacht. Ze maakt de grapjes die hij zou maken en met een klein beetje hoop, fantasie en veel liefde, lacht hij met haar mee. Ze weet dat ze zijn stem niet fysiek nodig heeft om hem te kunnen horen. Zijn woorden komen uit haar mond. Zijn stem klinkt door in haar hoofd als een gids en hij zit waar hij altijd zal blijven.

In haar hart.


Ik ben in ieder geval tevreden met het resultaat en toch wel stiekem een beetje trots dat ik precies op de 500 woorden ben uitgekomen.

Nu ga ik weer hard doorbikkelen met mijn Nannyverhaal, want de eerste versie wil ik eind januari afhebben. Daarvoor heb ik gerekend dat er nog 65.000 woorden bijkomen. Daarvan zijn er al ruim 13.000 getypt, dus het gaat goed.
Volgende keer (ik wilde week zeggen, maar ik ken mezelf) deel ik over het schrijfproces en blik ik terug op mijn schrijfjaar.

Liefs

X Cynthia

Novemberrollercoaster

Queen uitstellen👸 is terug om een blog te schrijven die ik voor november eigenlijk al online had willen zetten.



We zitten inmiddels tien dagen in november en dat betekent dat ook NaNoWriMo al tien dagen aan de gang is. Van tevoren voelde het alsof ik me voor een marathon aan het voorbereiden was, waarin ik geen idee had, hoe ik alles in deze drukke maand naast werken en tig afspraken daarnaast voor elkaar ging krijgen.
Vanaf januari doe ik al mijn best om mijn dag eerder op te starten, zodat ik voor mijn werk wat gedaan kan krijgen. Maar ik denk dat ik toch wel kan concluderen dat ik gewoon geen ochtendmens ben en dat chronisch vermoeide uilen er ook mogen zijn.
Week 1 was een echte achtbaan. De eerste dagen gingen netjes volgens planning. De kinderen sliepen op mijn werk tussen de middag lang door, waardoor ik ’s avonds extra kon schrijven. Woensdag zou ik langer blijven en heb ik heerlijk op de bank met een kopje thee flink meters gemaakt. Wel met een snotneus.
Maar die snotneus is bij mij inmiddels net zo chronisch als het vermoeid zijn, dus ik zocht er niet zoveel achter.
Donderdag is sinds de zomer mijn vrije dag en nadat ik heerlijk had uitgeslapen, ging ik in de keuken mijn ontbijt maken. Wel nog steeds met een snotneus, dus tussen het koken van mijn ei en de vaatwasser inruimen, stak ik even zo’n stokkie in mijn neus. De dag erna zou ik namelijk uit mijn werk gaan oppassen op een baby bij een bruiloft en hoe lullig zou het zijn als ik dan iedereen als souvenirtje corona zou geven. ik heb best een aantal keren sinds maart vorig jaar gedacht dat ik het zou hebben en eerlijk gezegd was deze keer daar geen van.
Ik schrok dus ook best wel toen er heel duidelijk twee streepjes te zien waren op het testpaneel.
Nog helemaal verbaasd, heb ik iedereen op de hoogte gebracht en ben braaf in quarantaine gegaan.
De dag erna kwam de uitslag van de GGD pas binnen, maar inmiddels was ik er al vrij zeker van dat het corona was.
Mijn hoofd knalde uit elkaar en ineens waren mijn smaak en geur weg.
Dag NaNo, dag eerste versie en dag geur en smaak.

Smakeloze grappen en doodenge meditaties

In het begin vond ik het nog grappig dat ik niets kon ruiken en proeven. Ik hing boven een pindakaaspot, waar ik normaal van walg. Ik proefde mijn zeep en vond het fascinerend om op de wc te kunnen zitten, zonder stank.
Maar oh, wat had ik zin in frietjes. En in wokkels, bastognekoeken, frambozen, chocoladechips en gyros. Nu we een week verder zijn is die lijst inmiddels ook een stuk langer, maar het meest mis ik toch wel mijn frietjes.
Door corona ben ik heel wild gaan dromen en die dromen lijken nu eindelijk weer een beetje af te nemen, maar ik heb gedroomd over een festival waar ik de hele bende besmette en vervolgens negen keer moest overstappen om weer thuis te komen.
Over een deel van de stad die ontploft was. De meneer die op mijn tas moest letten, kreeg op zijn kop, want mijn portemonnee was gestolen en er was geld van mijn rekening gehaald.
Ik droomde over kevers zo groot als katten, die over de muren krioelden en de laatste wazige paniekdroom ging over een verschrikkelijke bruiloft in een tent, waarin ik mijn taak als fotografe niet zo nauw nam en in plaats van de gasten, kleine katjes op de foto ging zetten.
Die laatste zou nog best weleens waarheid kunnen worden. Waarschijnlijk ben ik die meid op een feest die iedereen lekker zijn gang laat gaan om een half uur tegen een dove kat te praten.

Om de hoofdpijn te laten zakken, had ik pijnstillers ingenomen. Iets te snel achter elkaar, waardoor ik zaterdagavond zat te stuiteren achter mijn laptop. Alsof ik liters RedBull op had, heb ik grappige scenes geschreven waarin nanny Sjoukje stomdronken ruzie maakte met haar (ex)vriendje. om twee uur lag ik nog te typen op mijn telefoon en ik was een beetje bang dat als deze opleving weer voorbij was, ik weer als een dood vogeltje op bed zou liggen.

Veel mensen luisteren naar rustgevende muziek wanneer ze niet in slaap kunnen vallen. nu pingelde de piano op een irritante manier door mijn hoofd, dus probeerde ik een meditatie.
Die dingen zijn zo niet voor mij weggelegd. Ik word zo lacherig van die dingen. Na de standaard ademhalingsoefeningen moest ik me van meneer ineens indenken dat er een zon aan een touwtje boven mijn hoofd zweefde. Het touwtje gaf mij warmte en ik werd helemaal gevuld met die warmte.
Ik heb echt mijn best gedaan om me in te leven, maar net op het moment dat ik bijna volgestopt was met de warmte, vertelde de wazige stem dat we nu de voeten hadden gehad. Het ging zo langzaam.
iedere keer gebeurt hetzelfde bij mij. Ik doe mijn best om te ontspannen, ik vind het onzin waar ik naar moet luisteren en ik sukkel toch weg.

Om me vervolgens altijd helemaal de pleuris te schrikken omdat er een onbekende man naast me tegen me aan het praten is, terwijl ik lig te slapen.

KAST

En dan was er ook nog de kast. Door mijn ruimtegebrek en een teveel aan spullen, had ik besloten dat ik een kledingkast en bureau in één wilde. Geen idee of dat werkelijk bestond en of ik daar geen duizenden euro’s voor moest betalen, maar ik had het als ideaal in mijn kleine ruimte in mijn hoofd. Als echte stresskip was ik al aan het stressen hoe het zou moeten, aangezien ik hem zelf in ontvangst moest nemen en dus niet wist wanneer hij binnen kwam. Uiteindelijk had ik hem besteld voor afgelopen zaterdag. (toen mijn hoofd dus nog aardig op ontploffen stond). Vrijdag het bedrijf gebeld en door mijn speciale situatie, zou hij opgeslagen worden in een magazijn, tot wanneer ik me beter voelde. Ik opgelucht, want zo kon ik in alle rust mijn oude kast leegmaken en plek maken voor de nieuwe en uiteraard mijn hulptroepen inschakelen.
Zaterdagochtend kreeg ik een bericht dat de bezorger die middag mijn product kwam brengen.
Paniek in het coronahoofd!
Door de maatregelen mogen ze niet naar binnen komen en zetten ze het bij de voordeur. Nu ben ik naast zo slap als een vaatdoek, ook ongeveer de lompste persoon op aarde, dus ik zag mezelf al helemaal met de kast in huis vallen. (Weer eens wat anders.)
Post NL kon na uren de bestelling als “gemist” opgeven en ik kon een nieuwe datum uitkiezen. Ik blij. Staan er eind van de middag toch ineens twee mannen voor de deur met drie grote pakketten.
Gelukkig waren ze erg vriendelijk en wilden ze ze in de gang zetten voor me. Maar ik was inmiddels erg klaar met verhaal kast.
En als klap op de vuurpijl werd ik net gebeld door het bedrijf van de kast of ik hem nog steeds wilde ontvangen?
Communicatieprobleempje?

Supernanny / rebelnanny

A fijn. Naast al deze hectiek die allemaal in de vierkante meters van mijn coronahol hebben plaatsgevonden, was het natuurlijk de bedoeling dat ik ging schrijven.
Gelukkig kan ik zeggen dat ik nog steeds op schema loop en inmiddels lekker in het verhaal zit.

Dit jaar gaat mijn NaNo project over Sjoukje, die al een tijd lang niet blij is met het leven dat ze leidt. In een dronken bui solliciteert ze als nanny bij de beroemde filmster Stephen La Vender.
Ze  wordt aangenomen, maar moet daarvoor wel haar hele leven omgooien. Ze verlaat haar saaie dorp, verbreekt haar relatie en is klaar voor het glamourleven op Ibiza.
Maar is het leven daar wel zo geweldig als ze denkt?

Ik merk dat Sjoukje wat rebelser is dan ik haar eigenlijk in mijn hoofd had, dus misschien dat ik haar iets ga indimmen tijdens het herschrijven of ze krijgt gewoon ontzettend op haar donder om wakker te worden. Who knows?

Voor nu ga ik de laatste woorden van de dag op papier zetten en daarna genieten van mijn smakeloze groene curry.
 

8 oktober 2021

9 jaar dat jij er niet meer bent.
Ik keek net naar je foto en je voelde weer even heel dichtbij.
Alsof je elk moment wat kon gaan zeggen.
Maar ik heb je stem al 9 jaar niet meer gehoord.
Ik keek naar je ogen, maar ze knipperen niet
Je lacht niet, je ademt niet
Je bent er niet
We zijn eraan gewend, maar het klopt niet.
Nog steeds niet
Je had er nog gewoon moeten zijn.

Ik probeer deze week te begrijpen, waarom de week van zijn overlijden altijd zoveel pijnlijker is, dan de rest van het jaar. Die andere weken is het niet dat mijn herinneringen er dan niet zijn. Zijn ziektebed heeft van begin tot eind 3 maanden geduurd. Dat was kort, heftig en een emotionele achtbaan. Maar die laatste week, vooral dat laatste weekend staat zo in mijn geheugen gegrift. Ik weet nog dat ik zaterdagavond nadat ik op bezoek was geweest bij hem afleiding nodig had. Hij was onrustig, had na een half uur pas door dat we er waren en wilde daarna slapen. Ik ben met vriendinnen naar Tilburg gegaan om te stappen. Anders dan onze standaardbezoekjes aan Breda. De zondag was ik van plan om ’s avonds te gaan, maar werd ik gebeld dat hij me nu al wilde zien. Alsof hij aanvoelde dat het niet goed ging. Hij was nog even helder toen ik er was en daarna ging hij hard achteruit. Het verzoek om de familie op de hoogte te brengen om afscheid te komen nemen, kwam binnen als een bom. Mijn lieve omaatje die hem wilde herinneren zoals hij was en het niet meer aandurfde om te komen. De familieleden die kwamen en de angst voor het echte verlies. Hoe ontroostbaar en onrustig de nacht was. Hoe we om beurten bij hem waakten en zijn arm streelden, om hem niet alleen te laten. Hoe de grond onder mijn voeten wegzakten, toen hij in ons bijzijn, zijn laatste adem uitblies.

Dat is 9 jaar geleden alweer. Het ‘alweer’ in de zin klinkt alsof het iets is, waar je wel overheen zou moeten zijn. Alsof het na zo’n lange tijd niet meer zoveel pijn zou moeten doen.
Alsof je het dan een plekje hebt gegeven.
9 jaar klinkt als ver weg en er is in die jaren veel gebeurd.
We redden ons wel en we doen het best goed.
Ik durf zelfs wel te zeggen dat ik weet dat je trots op ons bent.
Als je daarboven ergens naar ons kijkt en ziet of voelt hoe wij doorgaan en elkaar blijven steunen.
Maar ik zou het zo graag een keer van jou willen horen.
Even een hand op mijn schouder, die me gerust stelt, steunt of motiveert om door te gaan.
Even jouw blik die de mijne kruist, wanneer ik iets zeg wat uit jouw mond had kunnen komen.
Even jouw stem die een scherpe opmerking maakt, me zegt dat ik voor vijf seconden niet door een programma heen moet praten of alleen maar jou mijn naam hoor zeggen.
Maar dat kan al 9 jaar niet meer en dan zijn die jaren lang.
Vreselijk lang.

No time to die

Er is denk ik niemand die James Bond niet kent. Iedereen heeft wel een herinnering aan de stoere held. Iedereen heeft weleens een film gezien waarin de iconische woorden: The name is Bond, James Bond worden uitgesproken.
Naast dat iedereen de naam, die woorden en de globale verhaallijn over de geheim agent kent, heeft iedereen ook zijn of haar eigen James Bond.
Mijn vaders James Bond is de eerste Sean Connery, voor mijn moeder is dat Roger Moore, mijn zus Pierce Brosman en voor mij is dat de huidige James Bond: Daniel Craig.
Rtl 7 is sinds een paar weken geleden alle 24 voorafgaande James Bondfilms aan het uitzenden.
Begonnen met Dr. No uit 1962.
Best vreemd om een film te kijken die gewoon meer dan 50 jaar oud is.


Sean Connery is een goed uitziende man. (Wat een beetje voelt alsof ik een of andere opa aan het aanbidden ben, maar ik snap dat zijn verschijning in die tijd menig vrouwenhart op hol liet slaan.)
Maar deze man is helemaal niet zo charmant als ik me had voorgesteld. Hij is respectloos naar de vrouwen toe, gebruikt ze als schild en dramt zijn zin door om de vrouwen in bed te krijgen.
Wat hem in dit tijdperk een stuk lastiger af zou gaan. Dat maakt het wel weer lachwekkend op momenten dat het eigenlijk niet hoort te zijn.
Met alle special effects en mogelijkheden die wij nu kennen in films, zijn ook de actiescenes vooral grappig. Maar voor in die tijd snap ik dat het heel wat is.
Het idee om alles te gaan kijken en zo voorbereid te zijn op de nieuwste is een beetje in het water gevallen. Maar gelukkig staan ze ook op videoland en komt het regenachtige weer er weer aan, dus het moet alsnog lukken.
Even terug naar de acteurs die James Bond spelen.
Wilde ik dit stukje eerst schrijven over Daniel Craig, is me nu opgevallen dat Sean Connery zich daar ook schuldig aan maakte.
(De anderen heb ik er nog niet op kunnen betrappen, omdat ik niet zover ben met de films.)

Wanneer je aan James Bond denkt, denk ik in ieder geval aan een stoere man, die zo gespierd is, dat hij je met één hand kan optillen en het gekwijl wat daarbij ontstaat met zijn andere hand kan opdweilen.
Hij racet in de snelste auto’s overal ter wereld, zonder deze ooit een keer af te laten slaan. Hij rijdt nooit verkeerd en hoeft nooit zijn stoel naar achteren te zetten of erachter te komen dat zijn spiegels verkeerd staan.
Binnen vijf minuten praten met de altijd knappe Bondgirls, willen ze al met hem mee. Hij hoeft nooit eerst zijn was van zijn bed af te halen en hij laat in the heat of the moment geen scheten.
Ook stoot hij zijn teen nooit, laat geen bekers uit zijn handen vallen of struikelt hij over zijn eigen voeten.
Perfect toch? Bijna om door een ringetje te halen.

Dan heb ik het nog niet eens gehad over dat hij altijd wel ergens een zwembroek bij zich heeft. Wat wat pak je in, wanneer je de wereld overvliegt omdat je iemand moet uitschakelen? Precies, je veel te strakke Speedo en een tube zonnebrandolie.
Magic Mike, eat your heart out!
Hij kan ook nog klimmen, vechten en heeft eigenlijk een hart van goud.
Maar…
Is het je weleens opgevallen dat hij alles met duckface doet?
– Een bewapende crimineel besluipen met een pistool, terwijl je weet dat ze met minstens twintig mensen zijn? Duckface
– Een gebouw opblazen, waarbij het aankomt op precisiewerk? Duckface (Oh ja, en de ongeschreven regel. Nóóit omkijken.)
– Een bom onschadelijk maken? Duckface

Ondanks dat is Daniel Craig voor mij James Bond. Naast het Songfestival vanaf mijn moeders kant, ben ik ook wel een beetje opgegroeid met de James Bondfilms, omdat mijn vader er gek van was.
Hij was altijd gek op thrillers en misdaadfilms. Hij hield van het spannende, mysterieuze. De altijd prachtige locaties, de snelle auto’s en de goed uitgewerkte achtergrondinformatie. Tel daarbij de actiescenes, de soundtracks en de Bondgirls op en je hebt de formule van het succes.



De laatste James Bondfilm die ik heb gezien is Quantum of Solace. Degene die uitkwam voor het jaar dat mijn vader ziek werd in 2012.
Met de toepasselijke titel Skyfall.
In juli kwam mijn vader in het ziekenhuis terecht. De reclames voor dé film van het jaar waren overal te zien op de televisie, op de radio en in tijdschriften.
Er kwam een dik boek uit: James Bond, all in. Waarin alle films tot aan dat jaar instonden. Alle films die hij gezien had. Alle films werden erin besproken, er stond een hoop achtergrondinformatie in en ik herinner me de vele foto’s.
Ik ben op internet gaan zoeken om te kijken of hij nog te koop is en kwam hem tegen. Tweedehands en voor veel meer dan ik er toen voor betaald had.
Maar hetgeen dat ik pijnlijker vond om te zien, was dat er inmiddels een nieuw boek is verschenen van dezelfde schrijver. Eén die completer is en is doorgegaan waar eigenlijk mijn vaders Bond-avontuur is opgehouden.

Ik kocht het boek voor hem, toen hij in de hospice lag en ik hoorde van de zusters dat hij er graag in keek. Dat hij een glinstering in zijn ogen kreeg, wanneer ze samen naar de plaatjes keken.
Die glinstering hadden we al lang niet meer gezien. Wanneer zijn ogen te moe werden of zijn hoofd te vol zat met chaos en onverklaarbare watten, werd hij voorgelezen.

Ik heb het nooit gezien, maar ik kan me er wel een voorstelling van maken. De zuster die in zijn kamer zat, naast zijn bed.
De kale kamer, die niet op te vrolijken was, hoeveel kaarten er ook hingen. De kamer is donker in mijn herinnering met alleen een lampje aan om de rust van de andere mensen niet te verstoren.
Zijn bed iets omhoog gezet en met het eeuwige glaasje appelsap naast zich op het nachtkastje met zijn bril ernaast.
De bril in de brillenkoker, waar ik om hem gerust te stellen op moest schrijven dat iedereen er vanaf moest blijven.
De zuster, die als een engel met haar altijd vriendelijke lach en oneindige geduld, met zachte stem voorleest en de naderende dood op dat moment iets minder eng maakte.

Ik had mijn hoop gevestigd op de nieuwe James Bondfilm. Ik hoopte dat we een manier zouden vinden om samen naar Skyfall te kunnen. Ik had er alles voor over gehad om met hem de film te kunnen kijken.
De releasedatum kwam steeds dichterbij. 31 oktober kwam hij in de bioscoop en net een paar weken ervoor, op 8 oktober overleed hij.
Voor ons voelde het alsof echt de lucht naar beneden kwam vallen.
Hij heeft de film nooit kunnen zien. Zijn herinneringen aan James Bond houden op, waar ook zijn boek ophoudt.
Daarna wilde ik niet meer naar de film en heb ik volgens mij geen enkele film meer gezien.
Tot een aantal weken geleden dus.
Nu vandaag de nieuwe film uitkomt, ga ik erheen. Samen met mijn moeder en zus.
Voor hem. In gedachte met hem.

Want iemand is pas weg en echt dood, wanneer hij wordt vergeten.

En lieve papa, voor jou is het nog No time to die.

Back at it

Het is eind augustus en dat betekent dat mijn vakantie er weer op zit. Zelfs de eerste week werken na de vakantie zit er weer bijna op. Desondanks dat ik niet weg ben geweest, zijn de weken voorbij gevlogen.

Mijn verhaal had ik een aantal weken geleden afgerond en ik zat te springen om te beginnen met herschrijven. Er waren tenslotte al een paar dingen die ik in het begin had geschreven en aan het eind anders wilde. Mijn moeder heeft trouw alle hoofdstukken uitgeprint en met een rode pen de spelfouten doorgestreept. (Dat ik haar na elk hoofdstuk moest vertellen dat ik daar allemaal nog naar ging kijken bij het herschrijven, omdat ik nu vooral het verhaal op papier wilde hebben, maakte haar niets uit.) Mij bij hoofdstuk 25 inmiddels wel… Het plan was om mijn verhaal te lezen om daarna te kunnen kijken wat ik wilde aanpassen. Ik kan je vertellen, het valt niet mee om je eigen verhaal zonder oordeel te lezen. Na een paar hoofdstukken ben ik gestopt, omdat ik al bijna met twintig verschillende kleuren pennen aantekeningen wilde maken.

De eerste week van mijn vakantie was het best lekker weer. (Voor Nederlandse begrippen.) Één van de dagen ben ik naar de sauna geweest en heb daar heerlijk een boek gelezen. (Waarbij ik ineens bedacht dat ik Esmee en Mike uit mijn eerste verhaal ook wel heel erg mis en ook weer heel veel zin had om die weer op te pakken.)

Ik heb nog getwijfeld om een tripje naar Rome te boeken onder het mom van locatie-onderzoek voor Duizend onzichtbare herinneringen. Maar ik ben een enorme stresskip en was veel te bang dat Italië toch ineens op rood zou gaan en ik daar vast kwam te zitten. Daarom hebben we Italië maar naar Nederland gehaald. Andrea Bocelli klonk door de speakers. Zelfs de temperatuur was Italiaans. De kamer was versierd met Italiaanse vlaggen, we dronken cappuccino, aten een ijsje en in de avond kon een bezoek aan een echt Italiaans restaurant natuurlijk niet ontbreken. De eigenaar was een gezellige chaoot, die ons niet naar huis liet gaan, tot onze oren rood waren en we scheel keken van de drankjes. Lang leve de limoncello en de sambuca. Redelijk aangeschoten reden we op onze Vespa (fiets klinkt toch minder leuk) naar huis. Rome was gezellig, romantisch en zeer geslaagd.

De tweede week was het regenachtig. Ook dat paste bij de Italiaanse week. Wanneer mijn ouders vroeger van vakantie terugkwamen, regende het altijd op de terugweg. Op mijn terugweg had ik ook regen, dus het paste prima bij mijn geïmproviseerde vakantie. Ik ben er inmiddels wel achter dat ik het beste functioneer wanneer ik tijdnood heb. Zolang ik niets te doen heb, doe ik dat ook volop. Eindelijk heb ik weer eens ongegeneerd lang in pyjama op de bank Netflix gekeken, zonder de druk van het moeten. Tegen het einde van de week begonnen mijn schrijfkriebels weer en heb ik de personages voor mijn nieuwe nannyserie gemaakt. De verhaallijnen zijn bijna af en daarmee was mijn vakantie ook weer voorbij.

Maandag ging de wekker weer veel te vroeg en ging ik me afvragen of ik ooit bij het eerste alarm uit bed kan komen. De eerste dag na de vakantie is het altijd maar afwachten hoe de kinderen je ontvangen. Of ze zijn heel blij om je te zien en willen gelijk (met het volume waar ze op de markt jaloers op zijn) vertellen wat ze hebben meegemaakt. Of ze doen alsof je de verschrikkelijkste persoon op aarde bent en beginnen gelijk met gillen/brommen en jammeren. Gelukkig was het eerste het geval en omdat de kinderen nog vrij waren, heb ik ze meegenomen naar een binnenspeeltuin.

De inspiratie voor het nannyverhaal kwam in alle hevigheid weer omhoog en ik maakte een nieuwe planning, waarbij alle verhaallijnen en personages deze week uitgewerkt moeten worden, zodat ik vanaf volgende week kan beginnen met herlezen en daarna schrijven. So far, so good. De kinderen klommen en klauterden lekker door, terwijl ik aan een tafeltje met mijn nanny notitieboek ging zitten. Achter me zaten twee stereotype vriendinnen die ik nog niet gebruikt had in mijn boek. Met de hele juwelenkist om hun vingers, nek, oren en armen, een rommelige knot in het haar en een joggingbroek aan bekritiseerden ze iedereen die langsliep. Eén van de twee had parfum op, die nog wel het meest leek op wceend en om 11 uur zaten ze al aan de friet. (Goals, I love friet, maar ik moest het pedagogisch verantwoorde voorbeeld geven.)

Drie van de vier kinderen hadden een hoofd als een agressieve pitbull en het eerste wat uit hun mond kwam, was dat ze andere kinderen hadden geslagen en dat er een dik, irritant wijf tegen hen aan het schreeuwen was. Spill the tea! I’m listening. Even dacht ik dat er met blokken, ballen of auto’s gegooid ging worden, maar de moedermaffia loste alles op met een beschaafde scheldpartij. Niet veel later hoorde ik ze het hoofdkantoor bellen omdat het er naar poep rook en ze hier voor hun rust kwamen. Nu ben ik heel benieuwd wat zij dan als druk ervaren. Want hoe leuk kinderen het ook vinden, in een binnenspeeltuin is het een constant concert aan krijsende, gillende en jengelende kinderen. (een soort kinderhel.) Dankbaar voor deze gratis inspiratie en kinderen die een leuke dag hadden, gingen we weer naar huis.

Op het moment liggen de kinderen allemaal in diepe rust en duik ik weer even in mijn notitieboekje om de laatste verhaallijn kloppend te maken. (En dat netjes binnen mijn eigen schema.) Dit weekend mag ik op de kat van m’n zus passen en hoop ik alles ongestoord af te krijgen met alleen een eventueel harig writersblock.

To be continued…

De week van de verwaarlozing

Twee jaar geleden won “onze” Duncan het Songfestival en daarom is vanavond de eerste halve finale te zien vanuit Ahoy in Rotterdam.
De mensen die mij een beetje kennen, weten dat mijn moeder gigantisch fan is van het Songfestival.
Twee jaar geleden was ik ook al bezig met mijn cursus Korte Verhalen Schrijven van het NHA en daarvoor heb ik toen het volgende verhaaltje ingezonden.

De week van de verwaarlozing

Het is weer zover. Het is half mei en hoewel heel Nederland in de ban is van het voetballen, begint voor mij dan altijd de week van de verwaarlozing. Dan is namelijk het Eurovisie Songfestival weer. En dat is even heel kort gezegd een jaarlijkse liedjeswedstrijd van landen uit Europa. (En sinds kort ook Australië.)
Het songfestival is iets, waar mijn moeder van kleins af aan al fan van is. Sommige mensen zouden zeggen dat het een obsessie is, (ik!!) maar die week is ze niet aanspreekbaar over iets anders dan het Songfestival.
Zelf zegt ze dat het zo had moeten zijn, omdat ze geboren is op de dag dat de eerste Nederlandse finale plaatsvond. (24 april 1956)

Vroeger leek het hier wel de plaatselijke boekenwinkel in de weken die daaraan voorafgingen. Alle artikelen uit de kranten, tijdschriften en tv-gidsen moesten worden bewaard. Alles werd uitgeknipt en in plakboeken geplakt met achteraf daarbij een verhaaltje over de artiest, hoeveel punten er zijn behaald en of ze het er mee eens was.
Zaterdagavond om 21:00 werd de stekker uit de telefoon gehaald en de deur niet open gedaan. Degene die het in zijn of haar hoofd zou halen om dan (aan) te bellen, zou dat bijna met het leven moeten bekopen.
Ben je in die week jarig of heb je een groot feest? Jammer dan, de Songfestivalweek is hier heilig en er zijn geen uitzonderingen.

Tegenwoordig is het natuurlijk een stuk gemakkelijker door het internet om aan informatie en beelden te komen. Alle voorrondes van elk land worden, waar mogelijk, gevolgd in drie verschillende talen en op zes verschillende schermen. En alhoewel mijn moeder best wel een talenknobbel heeft, weet ik inmiddels dat ze ook zonder te weten wat er gezegd wordt, hard meelacht als er in het Zweeds een grapje wordt gemaakt.
De telefoonrekening is in mei altijd twee keer, wat zeg ik vier keer, zo hoog als in de andere maanden. Na de voorrondes worden alle artiesten gestalkt door mijn moeder en slaat ze alle foto’s op, plus nutteloze informatie over hoe de goudvis van Svetlana uit Rusland heet of wat Saki uit Griekenland het laatst voor zijn vertrek heeft gegeten.

Wanneer in het negatieve Nederland een klein beetje de Songfestivalkoorts begint, wanneer een deelnemer of lied bekend wordt gemaakt (en gelijk de grond in wordt getrapt), heeft mijn moeder al bijna bij hem of haar op de stoep gestaan met haar verrekijker. De discussie over de vriendjespolitiek van de Oostbloklanden, schiet bij haar dan ook in het verkeerde keelgat. Bij deze een tip om hier niet over te beginnen, wanneer er een scherp mes in de buurt is.

Alle vlaggetjes worden weer afgestoft en klaargelegd op tafel. Het toilet maakt bij het doorspoelen het bekende Songfestivaldeuntje en mijn moeder springt bijna een meter de lucht in, wanneer er iets over het Songfestival wordt gezegd.


18 mei 2019  6:00

Mijn moeder heeft vannacht in het gangetje op de deurmat geslapen en wordt wakker wanneer de krantenbezorger slaperig de krant door de brievenbus gooit. Ze springt op, gooit de deur open en geeft hem een dikke zoen (en een hartverzakking.) Ze bladert als een bezetene door naar het stukje ‘Shownieuws’ en schreeuwt de hele straat wakker, wanneer ze een foto van de Nederlandse kandidaat Duncan Laurence ziet staan. ‘We staan in de finale!’
Ze knipt de foto uit en plakt die voor het raam met de tekst ‘#teamduncan’ erbij. Dat die term eigenlijk gebruikt wordt op internet, interesseert haar dan weer niet zoveel.
            Mijn moeder is nog zo ouderwets dat ze geen ‘social media’ heeft omdat ze dat niet nodig vindt. Maar ze vindt het wel interessant genoeg om via het profiel van mijn zus of van mij te spieken naar (je raadt het al) deelnemers van het Songfestival. Ieder jaar weer probeer ik haar te vertellen dat ze wel mag kijken, maar niet hoeft te reageren onder foto’s. Wanneer ik dan weer een melding krijg van de Sloveense Ollie, dat ze mij “so sweet and totally amazing” vindt, weet ik dat deze boodschap niet helemaal is overgekomen.

11:00

Ik besluit even te kijken of ze de hele straat niet al heeft besmet met haar virus. Wanneer ik aan kom rijden, hangt er niet op elke lantaarnpaal een foto en ziet ons huis er ook niet uit als het Nationaal Songfestival museum.
Wel is al vanaf ver te horen dat ‘ESC (Eurovision Song Contest) Radio’ aanstaat. Ja mensen, dat bestaat echt. En het ergste daarvan?
Ik ken bijna alle liedjes.

15:00

Mijn moeder begint alvast met pannenkoeken bakken, want zo weet ze zeker dat ze op tijd is om over zes uur voor de tv te zitten. En nou kunnen vrouwen best twee dingen tegelijk, mijn moeder kan niet pannenkoeken bakken én het laatste Songfestivalnieuws in de gaten houden.
Zo weet ze gelukkig wel dat de geluksonderbroek van de zanger uit Zweden gestreken en wel onder zijn iets te strakke broek aangaat en dat de veters van de dansers uit Zwitserland gestrikt zijn, maar zijn alle pannenkoeken aangebrand en moeten we alsnog eten bestellen.

17:00

Onder luid gejuich doet mijn moeder de deur open voor de bezorger op de scooter in het oranje hesje! “Ja!!! Goed zo, in de kleur van onze trots voor vanavond.” De arme pizzabezorger heeft de pizza’s als een frisbee naar de voordeur gegooid, vergat af te rekenen en racete op één wiel de straat uit. (om vervolgens waarschijnlijk nooit meer terug te keren)

20:45

De tv staat al een uur aan en na elk interview dat ik over Duncan heb gezien, heb ik het idee dat ik hem inmiddels beter ken dan mijn beste vriendin.
En misschien moet ik hier toch even heel voorzichtig en snel vertellen dat ik dit liedje ook wel helemaal geweldig vind en stiekem ook wel hoop dat we nu echt gaan winnen.
De koelkast staat inmiddels naast de bank, zodat ze tussendoor niet hoeft op te staan.
De katten zijn vriendelijk naar buiten gegooid, de stekker is uit de telefoon en de honkbalknuppel staat klaar achter de voordeur voor degene die toch bedenkt aan te mogen bellen op deze heilige avond.
De buren uit de hele straat zijn gewaarschuwd en mijn moeder zit klaar met haar kladblokje en de benen omhoog.

23:30

Alle liedjes zijn geweest en ‘onze Duncan’ heeft het geweldig gedaan. Via de bookmakers (de voorspellingen via internet) wordt elke drie minuten *kuch (door mij) gekeken of we nog steeds bovenaan staan.
Mijn moeder doet een paar rek en strek oefeningen, veegt de zweetdruppels van haar voorhoofd en gaat naar de wc.
Na een eindeloze pauze begint de puntentelling. De puntentelling bestaat uit twee delen. Het eerste deel van de punten wordt gegeven door de jury. Het andere deel is van de stemmers thuis. (Vandaar die hoge telefoonrekening. Want alhoewel mijn moeder nu wel heel graag wil dat Nederland wint, wilde ze ook op Zweden stemmen omdat hij in een filmpje een stroopwafel aan het eten was.)

19 mei 2019 00:45

De jury heeft gesproken en op dit moment staan we op de derde plek achter Zweden en Noord Macedonië. Maar er kan nog van alles gebeuren.
De bar gaat open en mijn moeder pakt twee shotglaasjes en schenkt die in voor mijn zus en mij. Zelf zet ze de fles aan haar mond.

Op dit moment, moet ik toch wel toegeven, dat ik het ook wel erg spannend vind. Help! Ik ben bang dat ik besmet ben! Het laatste land dat punten krijgt, is Zweden. We staan inmiddels eerste en hopen niet dat de stroopwafelvreter daar nog verandering in gaat brengen.
Ik heb de fles drank van mijn moeder afgepakt en inmiddels aardig dronken, zit ik op het puntje van de bank. Mijn benen trillen en ik schreeuw tegen de presentator op de televisie dat hij verdomme eens moet opschieten.

Na wat een halve dag lijkt te duren, is het verlossende woord eruit.
We hebben gewonnen!
Mijn moeder, zus en ik springen alle drie blij en hard juichend van de bank en zijn heel blij met de overwinning van Nederland sinds de Middeleeuwen.

En dan zou je denken dat het over was hè?

Maar nee hoor. Nadat het winnende liedje door de speakers galmt en mijn moeder door de drank nog valser meezingt, vliegt ze naar de computer. Want daar hoort natuurlijk een persconferentie achteraan.
Na de persconferentie, wordt de achtergrondafbeelding van het computerscherm veranderd naar Duncan en zijn prijs.

04:00

Het winnende lied wordt nog voor een 345ste en laatste keer gedraaid en eindelijk gaat mijn moeder, in haar Songfestival-pyjama naar bed om te slapen.

09:00

Mijn moeder maakt kortere nachten dan ik, na een avond flink stappen. Wanneer ik nog een klein beetje hyper naar beneden kom, zit mijn moeder alweer op de bank. De televisie staat aan en het Songfestival staat weer op.

Zouden we nu ook weer winnen?

Duizend onzichtbare herinneringen

Op mijn vorige blog over de verjaardag van mijn vader heb ik veel lieve reacties gekregen. Ook al is het voor mij geoorloofd om er na zo’n tijd verdrietig over te zijn, is het fijn om te lezen dat het niet gek gevonden wordt. En nu moet ik zeggen dat ik eigenlijk ook niet verdrietig was.
Ik was vrij die dag en voelde me goed. Ik heb mezelf er wel op moeten wijzen dat ik me ook niet verdrietig hoef te voelen omdat het zijn verjaardag was. De zon scheen, ik heb herinneringen aan hem opgehaald, een stuk geschreven en een heerlijk (mokka)ijsje gegeten. En precies de boodschap dat iemand herinneren mooi kan zijn, is ook wat ik in mijn roman wil vertellen.

Het verhaal

Het verhaal gaat grotendeels over Mirella en haar moeder Sofia. Haar man Hugo is overleden na een ongeluk en moeder blijft achter met haar (al volwassen) kinderen Wilco en Mirella.

Mirella is een vrolijke, chaotische vrouw die gek is op alles wat met de liefde te maken heeft. Van jongs af aan is ze bezig met dromen over haar prins op het witte paard. Haar verwachtingen baseert ze op de films en boeken die ze kijkt en leest. Ze wil het complete plaatje en het is een vereiste dat haar toekomstige man romantisch is vanaf zijn kruin tot aan het puntje van zijn tenen.
Ze weet dat de ware zich vanzelf aanbiedt en ze hem gewoon nog niet is tegen gekomen. In de tussentijd geniet ze alsnog van de aandacht, de gezelligheid en af en toe een verdwaalde vlinder in haar buik.
Ze werkt als bedrijfsleidster in haar eigen lunchroom en hoopt elke dag dat ze de ware daar tegen het lijf loopt.

Sofia is een lieve vrouw. Hugo was haar eerste liefde en daar is ze na een fijne verkeringstijd mee getrouwd. Ze zorgde zoals dat in die tijd heel normaal was, voor het huishouden en de kinderen. Sofia leeft voor haar gezin en is een goede moeder en echtgenote. Samen met Hugo voedt ze Wilco en Mirella op tot twee, mooie volwassenen. Wilco heeft de liefde voor de Italiaanse muziek en de taal van zijn moeder geërfd en de passie voor fotografie en de natuur van zijn vader.
Mirella heeft haar lieve kant en haar interesse voor koken van haar moeder en haar vader heeft ervoor gezorgd dat ze een echte zakenvrouw is geworden.

Wilco is gek op Italië en heeft na verschillende stageperiodes in het land er zijn woonplaats van weten te maken. Hij heeft zijn eigen bedrijf opgezet en verzorgt de fotografie voor culturele en toeristische zaken. Uiteindelijk is hij voor de liefde verhuisd naar Rome en is daar helemaal op zijn plek.

Hugo was, (als het verhaal begint, is hij al overleden) een echte familieman. Hij was dol op zijn vrouw en kinderen en stond altijd voor ze klaar. Hij werkte, was gek op voetbal kijken en tuinieren. In zijn vrije tijd las hij graag boeken, het liefst dikke thrillers en hij hield ervan om te wielrennen. Hij maakte er een sport van om telkens een nieuwe route te vinden. Hij begreep niets van Mirella haar zoetsappige films en plaagde haar daar graag mee. Hugo was geen drukke man, maar wanneer hij wel sprak was hij scherp, grappig en alert.

De verhaallijn

Het verhaal begint wanneer Hugo net is overleden. Mirella en haar moeder hebben het uiteraard moeilijk met het verlies, maar hebben veel steun aan elkaar. Wanneer ze samen papieren uit moeten zoeken op zolder, geeft Sofia haar dochter een doos waar haar oude dagboeken inzitten, geschreven vanaf het moment dat ze Hugo leerde kennen. Mirella leert door de dagboeken haar ouders op een andere manier kennen en gaat anders kijken naar de liefde.
Daardoor beseft ze dat wat haar ouders hadden en zo koesterden, misschien dichterbij haar was, dan ze al die tijd had gedacht.
In haar pogingen de liefde te voelen die haar ouders samen beleefden, vindt Mirella het lastig om haar moeder los te laten.
Een aantal jaren gaan voorbij en nu Mirella steeds meer op haar eigen benen gaat staan, heeft ze er moeite mee om haar moeder achter te laten. Ze bedenkt een plan waarmee ze haar moeder weer oprecht gelukkig kan zien.

Haar moeder moet weer gaan daten!

Voor een inmiddels zestigjarige vrouw, die nooit in haar hele leven een echte date heeft gehad en dus totaal geen idee heeft, hoe alles tegenwoordig in zijn werk gaat, levert dat gekke situaties op. Wat doe je aan op zo’n date? Hoe maak je iemand duidelijk dat je niet naar de twintigste foto van zijn jacht wil kijken en hoe haalt zo’n brutale vent het in zijn hoofd om te proberen haar in bed te praten?
Mirella wordt haar moeders datingcoach en ligt regelmatig helemaal dubbel om haar moeders verschrikkelijke afspraakjes.
Slaagt Mirella erin om zelf de liefde van haar leven te veroveren en lukt het haar om haar moeder weer aan de man te krijgen?

Fictie of waargebeurd?

De personages heb ik expres veel laten lijken op ons eigen gezin. Zo is Sofia de een van de doopnamen van mijn moeder. Heeft de naam Hugo dezelfde betekenis als die van mijn vader.
Net zoals Wilco en Desiree (de naam van mijn zus) hetzelfde betekenen. Alleen mijn naam heeft niets met Mirella te maken.
Mijn moeder is in het echt gek op het Songfestival en ook dat deelt ze met mijn zus. In het verhaal heb ik haar gek gemaakt op het Italiaanse San Remo festival. Dat ze daar nu naartoe gaat met haar zoon vindt mijn moeder helemaal geweldig. Mijn zus is gek op Spanje en heeft daar gestudeerd. Om het toch fictie te houden heb ik een broer van haar gemaakt en Spanje omgewisseld voor Italië.
Mijn vaders wielrenhobby was ook echt. Alleen het tuinieren had hij altijd een schurfthekel aan.

Ik vind het leuk om het verhaal voor een groot deel op ons leven te baseren. De uitwerking, de herinneringen en de mooie stukken maken het verhaal echt eigen en alleen de gedachte eraan, maakt me emotioneel omdat het bijna voelt alsof ik dit verhaal móet vertellen. Het liefdesleven wat geschreven wordt in dagboekvorm, is bijna identiek aan hun echte verhaal en dat maakt het ook dat ik het wil opdragen als ode aan hun liefde voor elkaar.
Maar de stukken die weer niet lijken op ons, zoals de tuinier hobby, het fotograferen en emigreren naar het buitenland en de lunchroom van Mirella, maken het grappig omdat dat juist weer helemaal niet klopt.
Dat ik voor dit verhaal kan gebruiken wat ik wil en weg kan laten wat niet nodig is, maakt het leuk.

Feelgood

Ik wil dat dit een leuk verhaal wordt. Natuurlijk hoop ik de emotie van het verliezen van een dierbare ook overkomt en het liefst heb ik daar de reactie op dat mensen een brok in hun keel hadden of zelfs een traantje weg moesten pinken. Maar ik wil hier geen triest verhaal neerzetten over hoe pijnlijk het verliezen van iemand is. Het verhaal gaat juist over de herinneringen, de gewoontes die je overhoudt aan het samenzijn met iemand die je al zolang kent en de liefde die overblijft nadat iemand wegvalt.
Humor is daarbij belangrijk. Het weer blij en gelukkig durven zijn en kunnen lachen om kleine dingen. Daarom hoop ik dat als mijn verhaal af is, mensen het lezen met een lach en een traan. Allereerst hoop ik natuurlijk dat het überhaupt gelezen wordt, maar dat de liefde centraal staat en niet het verdriet.

Tinderen voor zestigjarige kinderen

Naast het bekende wat ik van mijn ouders weet, was daar natuurlijk ook een deel wat voor mij onbekend is. Het datingsleven van een zestigjarige. Op een avond was ik met mijn moeder aan het bellen en bedacht ik dat het eigenlijk hilarisch zou zijn om een tinderprofiel aan te maken voor haar. Mijn moeder schoot direct in een stuip en stribbelde tegen. Nadat ik uitlegde dat ik niet haar, maar het profiel van Sofia op tinder wilde zetten, leende ze me haar telefoonnummer voor de verificatie.

En ik kan je inmiddels wel vertellen dat Sofia of mijn moeder niet haar ware liefde gaat vinden op tinder. Mijn god, wat een kansloze figuren. Ergens had ik nog de hoop dat wanneer je een bepaalde leeftijd passeert, de mannen galant en respectvol op zoek zijn naar iemand om hun oude dag mee door te brengen. Tijdens de eerste swipes voelde ik me nog schuldig omdat ik oude mannetjes voor me zag, die wanhopig zochten naar een beetje liefde. Dat was na een profiel of tien wel verdwenen.
Ik kwam er voor inspiratie, maar heb er inmiddels genoeg uit weten te pikken voor een Tinderpareltjes 60+.