Hoofdstuk 11

Lara
Ik lig met mijn hoofd in mijn kussen. Mijn ogen houd ik expres gesloten alsof mijn hoofdpijn dan minder erg is. Bryan is vannacht helemaal niet meer gekomen. Ik had dan wel tegen hem gezegd dat ik niet wakker gemaakt wilde worden, maar stiekem kon ik niet wachten tot hij met zijn koude lijf tegen me aan zou kruipen.
Voorzichtig en stil om er vervolgens achter te komen dat ik in een sexy lingeriesetje lag. De bandjes van de jarretelles knellen in mijn bil en ook de beugel onder mijn borsten, zit alles behalve lekker. Wie mooi wil zijn, moet pijn lijden.
Maar nu heb ik dus de hele nacht wakker gelegen voor niets. Elke keer wanneer ik wegdommelde en weer wakker werd, kwam het besef dat hij er nog steeds niet was. Zou hij met een ander mee zijn gegaan? Als hij echt de hele avond aan het drinken is geweest, zou hij wel een flinke kater hebben. En terecht!
Het liefst blijf ik koppig doen, omdat ik vind dat Bryan met een uitleg moet komen. Ik vind niet dat ik daar om zou hoeven te vragen. Maar mijn ouders komen vanmiddag om hem te ontmoeten en ik wil niet dat ik dan moet vertellen dat ik eigenlijk geen idee heb, waar hij na een avond stappen is gebleven.
“Waar ben je? Ik heb de hele nacht op je gewacht. Ik vind dit echt niet tof.” Eén streepje. Heeft hij zelfs zijn telefoon uitgezet? Een paar minuten lang, staar ik naar zijn scherm zonder mijn blik af te wenden. Eindelijk verschijnt het tweede streepje. Niet lang daarna komt hij online. Mijn vingers trillen en mijn ademhaling heb ik niet meer onder controle.
“Lieverd, het spijt me echt. Ik leg zo alles uit. Heb ruzie gekregen met Arnoud en hij flipte toen helemaal. Ik kon hem niet alleen laten. Ik spring onder de douche en kom eraan. Ik beloof je dat ik het goed maak.” Elke keer weer dat klotejong. “Volgens mij heb ik met jou een relatie, niet met Arnoud. Ik ga douchen.”
Enigszins ben ik opgelucht dat Bryan daar was. Maar ik weet niet of ik hem wel kan geloven. Hij is niet zo leuk als hij met Arnoud is. Ik wil echt niet de jaloerse vriendin uithangen, maar hij hoort zich wel gewoon aan de afspraak te houden. Ik pak een handdoek uit mijn kast en zoek naar een lingeriesetje. Iets simpels deze keer, want ook al denk ik dat we hier wel uitkomen, hij moet niet denken dat hij beloond gaat worden. Misschien krijgt hij wel pikstraf en mag hij de hele week niets doen.
Als de douche op temperatuur is en ik klaar ben om eronder te stappen, bekijk ik nog één keer mijn telefoon. “Ik snap het echt dat je boos bent, schat. Ik wil het ook helemaal niet goedpraten voor mezelf, maar ik hoop dat je me een beetje begrijpt.” Ik denk dat we nu wel echt kunnen spreken van de eerste ruzie.
“Schiet nou maar op. Ik zie je zo.”
Stiekem vind ik het leuk dat hij nu zo erg zijn best doet om het goed te maken. Maar ik ben van plan hem even goed te laten zweten. Hij moet niet denken dat hij zo met me om kan gaan met het smoesje: ‘Ja, maar ik had iets gedronken.’
Mijn kleding heb ik net aan en mijn haar zit nog in mijn handdoek gewikkeld, als ik de deurbel hoor gaan.
Zo snel zou Bryan er toch niet al zijn? En ik hoop dat mijn ouders ook niet nu al op de stoep staan. Dat zou een hele vreemde eerste ontmoeting worden.
Ik open de voordeur en met een harde klap word ik tegen de muur in het halletje geduwd. Ik snak naar adem en kijk in de boze ogen van Arnoud. Hij smijt de deur achter ons dicht en kijkt me aan met een woeste blik. Zijn ogen zijn rood en zijn pupillen zijn groot. Ik zie iets van een blauwe plek op zijn neus, die er gisteren nog niet zat.
‘A… A.. Arnoud. Wat doe jij hier?’ stamel ik.
‘Alsof je dat niet weet.’
Hij staat dreigend tegen me aan met zijn handen aan beide kanten van de muur en zijn been tussen de mijne. Ik kan geen kant op. De vieze lucht van zijn adem dringt mijn neus binnen. Hij ruikt naar alcohol en sigaretten. Een combinatie die ik van mijn uitbundige periode voordat ik met Stanley kreeg, maar wat goed herken.
‘Ik, ik hoorde dat jullie ruzie hadden.’
Hij slaat hard tegen de muur en mist mijn gezicht maar net.
‘En hoe denk je dat dat is gekomen, stomme trut?’
‘Arnoud, laten we anders even gaan zitten. Dan kunnen we praten.’
Ik probeer mezelf te kalmeren en mijn raspende ademhaling onder controle te krijgen.
Hij pakt me stevig vast bij mijn kin en knijpt.
‘Er valt niets te praten. Wij gaan iets oplossen en jij gaat heel goed naar mij luisteren.’
Ik probeer zijn hand los te trekken, maar hij is onwaarschijnlijk sterk.
‘Je doet me pijn. Arnoud, laat me los.’
Maar hij laat me niet los. Integendeel. Zijn grip op mijn onderkaak wordt alleen maar steviger.
Ik stribbel tegen en schuif richting de deur. Als ik die maar kan openen, kan ik om hulp roepen.
Mijn kaak doet zoveel pijn dat ik denk dat wanneer hij nog iets harder knijpt, hij hem breekt.
‘Arnoud, ik wil graag met je praten. Bryan komt zo hierheen en hij gaat het echt niet leuk vinden om dit te zien. Als we…’
Arnoud zegt niets, maar kijkt me aan terwijl hij me aan een woeste stier doet denken. Ik begrijp niet helemaal waarom ik op dit moment aan een stier denk, maar ik ben het rode doek, waar hij zo agressief van wordt.
Het kost me steeds meer moeite om te praten en ik begin te jammeren. Ik voel de deurklink tegen mijn vingertoppen en moet mezelf nog een klein stukje verplaatsen om hem te kunnen openen.
Arnoud haalt zijn hand weg bij mijn kaak en ik maak gebruik van het moment. Ik maak de deur open en probeer me los te maken van Arnoud. Maar op het moment dat ik mijn mond open wil doen om te schreeuwen, duwt hij de deur dicht. Een vurige pijn schiet door mijn hand en ik trek mezelf terug.
Arnoud blokkeert de deur. Ik geef hem een knietje en vlucht de gang in.
Achter me hoor ik Arnoud vloeken en hij komt achter me aan.
Ik ren de trap op. Arnoud volgt me en grijpt mijn benen. Ik trap achteruit, maar hij ontwijkt me en al snel heeft hij me weer vast.
‘Laat me los. Dit heeft geen zin.’ Ik spartel, maar hij is te sterk voor me.
Zijn handen klemmen zich om mijn hoofd en met een doffe klap raak ik de muur.
De pijn schiet door mijn hoofd en ik vecht om bij te blijven, maar ik word steeds duizeliger en voel me wegzakken. Zo in de armen van Arnoud.
Bryan
Een half uur eerder
Shit! Nu heb ik niet alleen Arnoud op mijn dak, maar moet ik het ook goed maken met Lara. En die heeft toch even echt prioriteit. Arnoud ligt vast nog in coma. Hij had echt veel gedronken en ik had hem nooit een dreun mogen verkopen. Maar hij moest even uit zijn moment worden gehaald en ik zag geen andere mogelijkheid. Nu moet ik eerst zorgen dat Lara niet meer boos op me is. Mijn nek is stijf van de rare houding waarin ik heb gelegen op de bank.
Ik pak mijn telefoon en zie een berichtje van haar binnen komen.
“Waar ben je? Ik heb de hele nacht op je gewacht. Ik vind dit echt niet tof.”
Mijn laatste berichtje is niet aangekomen en ze zou wel pislink zijn. Ik moet zo snel mogelijk zorgen dat ik het met haar kan bijleggen. Ik typ snel iets terug en sluip naar de badkamer. Ik moet zorgen dat ik klaar ben om weg te gaan, voordat Arnoud wakker wordt. Hij is dan wel mijn beste maatje, maar zijn voorstel was echt niet oké. Hopelijk ziet hij dat zelf ook in en hoeven we er niet meer woorden aan vuil te maken dan nodig.
Mijn oksels stinken naar zweet en mijn kleding ruikt naar rook en alcohol. Zo kan ik niet bij Lara aankomen. Maar als ik eerst naar huis ga en dan nog moet douchen, ben ik teveel tijd kwijt en denkt Lara misschien dat ik het niet belangrijk genoeg vind.
Ik loop naar de badkamer en uit zijn mand haal ik een handdoek. Ik snuffel aan de was in de wasmand die voor de droger staat en even grinnik ik in mezelf. Het zou een vreemd moment zijn geweest als Arnoud uitgesproken nu de badkamer in komt lopen. Godzijdank ben ik nog steeds het enige levendige wezen in het huis en is de was schoon.
Ik graai er een zwart shirt en een boxershort uit en leg die klaar op de wasmachine. Arnoud is wakker geworden, maar heeft nog geen woord tegen me gezegd. Ik hoorde hem rommelen in huis, maar ik denk dat hij nog steeds boos is.
Wanneer ik mezelf in de spiegel bekijk, zie ik er een stuk beter uit dan ik me voel. Mijn hoofd bonkt en ik denk dat die pas weer rustig wordt, wanneer ik met Lara heb gepraat.
Ik maak me op voor de confrontatie met Arnoud, maar tot mijn verbazing is de kamer leeg. ‘Arnoud?’
Geen reactie. Ik kijk in de andere kamers, maar hij is nergens.
Ik pak mijn telefoon op van de bank en bel hem. Achter me hoor ik een telefoon rinkelen.
Ik loop richting het geluid en vind zijn telefoon uiteindelijk in een laadje.
Het laadje ligt vol met zakjes pillen. Ik heb zelf nooit iets gebruikt, maar ik herken gelijk dat het XTC is. Maar het is niet eens hetgeen wat mij het meest verontrustend maakt.
Onder zijn telefoon liggen stapels foto’s van Lara.
Haar ogen zijn doorgekrast op elke foto en er staan donkere strepen rond haar nek.
“TRUT”
“BITCH” staat erboven geschreven. Al die tijd gaf Lara aan bang te zijn en het idee te hebben dat ze in de gaten gehouden werd. Ik wimpelde het af als een stukje verwerking van een ex die haar niet los kon laten en het zoeken naar bevestiging en aandacht. En al die tijd luchtte ik mijn hart bij Arnoud.
Ik bel Lara en zoek ondertussen door in de la. ik kom losse servetjes, een tube glijmiddel en een tijdschrift tegen.
Shit!
Het is alsof alles op zijn plek valt en ik kan mezelf wel voor mijn kop slaan, dat het me nooit eerder is opgevallen.
Lara’s telefoon blijft overgaan, maar er wordt niet opgenomen. Ik hoop maar dat het is omdat ze te koppig is om me telefonisch te woord te staan, maar ik vrees voor het ergste.
Ik moet nu naar Lara. Ik zoek in mijn broek naar mijn autosleutels. ‘Verdomme!’ Lara heeft mijn auto. Ik schop tegen het kastje en trek snel mijn schoenen aan. Als ik nu een uber moet bellen, ben ik veel tijd kwijt. Ik ren de straat op en bel ondertussen 112.
‘112, wie wil je spreken: politie, brandweer of ambulance?’
‘Poli…’
‘Verdomme!’ Telefoon leeg. ‘Meen je die?’
Het gaat me minstens een half uur kosten om bij Lara te komen. Ik probeer voorbij rijdende auto’s tegen te houden, maar allemaal kijken ze me aan alsof ik een ontspoorde dronken gek ben en rijden ze door.
Na tien minuten rennen, krijg ik een steek in mijn zij en moet echt even stoppen. Er fietst een meisje voorbij van een jaar of twintig. Hijgend spring ik ongeveer voor haar fiets, waardoor ze wel moet stoppen.
Ze kijkt me met grote ogen aan.
‘Sorry, ik moet echt je telefoon even gebruiken. Mijn vriendin zit denk ik in de problemen en mijn batterij is leeg.’
Aarzelend bekijkt ze me en haar ogen glijden over mijn lichaam.
‘Vandaag nog als het kan. Ik denk dat ze in gevaar is.’ Ze pakt haar tasje uit haar fietsmand en ontgrendelt haar telefoon.
‘Hoe weet ik dat je er niet hard vandoor rent met mijn telefoon?’
‘Kom op, alsjeblieft. Het is echt dringend.’
‘Wat is haar telefoonnummer? Dan bel ik haar.’
‘Ze neemt niet op. Je moet de politie bellen.’
Ze drukt op het scherm en ik hoor de telefoon overgaan. Hetzelfde riedeltje gaat af.
‘112, wie wil je spreken: politie, brandweer of ambulance?’
‘Politie.’
‘Ik verbind u door, één moment geduld alstublieft.’
‘Kan je mee? Het zou me minstens tien minuten schelen. Ik weet dat het raar klinkt, maar ik maak me echt zorgen.’
Het meisje knikt en stapt van haar fiets af, zonder haar telefoon los te laten. Ik pak het stuur van haar over en zet een lach op naar het meisje wat zich duidelijk geen houding weet te geven.
Ik geef haar mijn telefoon.
‘Hier, hopelijk vertrouw je me daarmee iets meer.’
Ik stap op de fiets en het meisje springt achterop, terwijl ik de agent te woord sta. Ik geef hem Lara haar adres door, terwijl ik mijn best doe zo hard mogelijk te fietsen.
Dat laatste valt nog niet mee, met maar één hand aan het stuur en iemand achterop.
‘Er is al een melding gemaakt voor dit adres. Agenten zijn al onderweg.’

Lara
Mijn vingers kloppen en mijn hoofd voelt aan alsof daar een ontzettende bult op aan het groeien is. Ik knipper met mijn ogen en probeer mezelf te oriënteren. Al snel herken ik mijn bed en weet ik ineens weer wat er gebeurd is. Arnoud staat voor me en kijkt me doordringend aan.
Ik wil mijn mond open doen, maar dat gaat niet. Ik ben op een stoel neergezet met mijn armen achter me vastgebonden. Vandaar dat mijn hand waarschijnlijk zoveel pijn doet.
‘Ha, daar is ze weer. Onze schone slaapster. Ik zei toch dat jij even heel goed naar mij moest gaan luisteren? Wegrennen is niet netjes, mevrouw.’
Hij gaat op de rand van mijn bed zitten en haalt iets onder mijn dekbed tevoorschijn.
Ik probeer te schreeuwen wanneer ik het mes zie, maar mijn stem wordt gesmoord door wat er dan ook op mijn mond mag zitten.
Hij draait ermee over zijn vingers.
‘Zal ik je losmaken?’
Ik knik, maar ben bang dat hij me in de val lokt.
Hij zet de punt van het mes op mijn bovenbeen.
‘Eén kik en ik snij je hele kut open. Begrepen?’
De tranen rollen over mijn wangen en ik kan niet stoppen met trillen. Hij is er gek genoeg voor om het te doen.
Met een ruk trekt hij het plakkerige tape van mijn mond af. Het laat een scherpe pijn achter.
‘Arnoud, ik snap’
Hij duwt het mes in mijn been.
‘Jij praat alleen, wanneer ik het zeg.’
Ik verstijf en ben bang dat hij het mes dwars door mijn been steekt als ik al een verkeerde blik geef.
Bryan
‘Ik ben er.’
‘Blijf aan de lijn.’
Het meisje springt van de fiets af en ik rem. Ze pakt haar telefoon over en ik ren naar de voordeur. Tussen de bosjes zie ik Arnoud zijn fiets liggen.
‘Bryan, je bent er.’
Stanley komt vanaf de overkant aangerend.
‘Ik was met mijn auto bezig en ik zag dat er iemand naar binnen ging. Ik vertrouwde het niet en ik heb de politie gebeld. Ik moest wachten, maar volgens mij zijn ze boven.’
‘Het is mijn beste vriend. Ik denk dat hij haar iets aan wil doen.’
‘Hoezo?’
‘Lang verhaal. Ga door het kiertje gluren. Ik ga naar binnen.’
‘Maar de politie zei…’
‘Het kan me niet schelen wat de politie zei. Als er iemand is die hem kan stoppen, ben ik het. Je komt alleen als ik een teken geef.’
‘Ik geef je dekking.’
Ik kijk onder de deurmat en slaak een zucht van opluchting, wanneer de sleutel daar nog ligt. Zonder geluid te maken steek ik de sleutel in de deur en draai die zachtjes om.
Het jarenlange ’s nachts naar binnen sneaken zonder mijn ouders wakker te maken, komt eindelijk een keer van pas.
Ik hoor de stem van Arnoud van boven komen.
‘Arnoud, ik ben het.’
Hij verschijnt vanuit Lara’s kamer.
‘Blijf daar.’
In zijn hand heeft hij een mes, die hij de kamer in richt.
‘Doe geen dingen waar je later spijt van krijgt.’
Met mijn handen in de lucht loop ik voorzichtig de trap op.’
‘Ik zei, blijf daar of ik steek haar helemaal verrot.’
Zijn ogen staan wagenwijd open en zijn hoofd is nat. Hij trekt met zijn kaken snuft zenuwachtig.
‘Hé, rustig. Ik ben het. We gaan dit oplossen met zijn drieën.’
‘Nee, Romeo. Niks met zijn drieën. Zij moet weg.’
Hij steekt met het mes richting Lara, die ik voor het eerst in het vizier krijg. Ze zit vastgebonden op een stoel. Ze heeft een wond op haar hoofd en haar ogen zijn rood van het huilen.
‘Jullie gaan nu luisteren naar mij’, gaat hij verder, terwijl hij richting Lara loopt met het mes voor zich uit wijzend.
Hij gaat achter haar staan en laat het mes op haar arm rusten. Ze probeert zich los te rukken, maar kan geen kant op
‘Eén gekke beweging en ik steek.’
‘Arnoud, je hoeft dit niet te doen.’
‘Stil’, schreeuwt hij uit.
Lara huilt harder, wanneer het mes in haar arm snijdt.
‘Ik meen het.’
De plek op haar arm wordt rood van het bloed en druppelt langs de stoel naar beneden.
Ik sta aan de grond genageld en ben bang dat ik Arnoud niet kan overmeesteren, zonder dat hij Lara iets aandoet.’
Hij briest als een wild beest en loopt om Lara heen met het mes nog steeds op haar gericht.
‘Jij denkt dat je alles maar kan verpesten hè? Dat je met je haren kan wapperen en alles wat Bryan en ik hadden verleden tijd was. Maar hij was van mij. Begrijp je dat?’
Lara jammert en kijkt angstig naar me.
‘Die stomme vrouwen waren maar een excuus. Bijna had ik hem zover dat we die vrouwen achter ons konden laten. Bijna gingen Bryan en ik samen verder en toen kwam jij. Ik ben hartstikke gek op hem en jij hebt ons uit elkaar gehaald. ‘
Hij steekt het mes weer in haar arm en Lara schreeuwt het uit.
‘Arnoud stop. We kunnen dit samen oplossen.’ Ik kijk naar de voordeur en dan weer vluchtig naar Arnoud. De voordeur gaat open en een agent seint naar me dat ik stil moet zijn.
Dit is mijn enige kans
Zonder te aarzelen vlieg ik op Arnoud af en probeer het mes uit zijn hand te graaien.
We vallen beiden op de grond. Arnoud valt met zijn hoofd tegen het bed en is direct buiten bewustzijn. Ik voel een felle steek in mijn zij en zie dat hij me geraakt heeft. Het bloed maakt een grote vlek op het shirt wat ik aan heb.
Het shirt van mijn beste vriend.
De beste vriend die mij net heeft gestoken.
Agenten vallen over ons heen en ik word omgedraaid. De pijn is ondraaglijk en mijn maag draait zich om. Ik zie dat Arnoud handboeien om krijgt en een vrouwelijke agent maakt Lara los.
Ze duikt huilend over me heen en ik wil zoveel tegen haar zeggen, maar ik krijg mijn mond amper open.
De pijn neemt mijn hele lichaam over en ik voel me slap.
De geluiden in de kamer lijken te worden uitgezet en klinken als een tv die te hard staat in een ander huis.
Ik open mijn ogen en kijk in het gezicht van Lara. In haar rood doorlopen ogen. Ze snikt en haar lippen bewegen, maar ik hoor het geluid niet.
‘Waar zijn we?’
‘In het ziekenhuis. Je bent weg gevallen, maar alles komt goed. Er is niets geraakt.’
Ze drukt op de rode knop naast mijn bed en pakt mijn hand.
Ze heeft verband om haar arm, maar lacht weer een beetje door haar tranen heen.
Er komt een man met een vrouw achter zich de kamer in gelopen.
De vrouw heeft dezelfde ogen en neus als Lara. En ook de man heeft iets weg van haar.
‘Bryan, dit zijn mijn ouders.’
‘Ha, jongen. Dit is nog eens een spectaculaire ontmoeting. Maar bij deze, welkom in de familie.’
Ik lach, maar krijg gelijk een steek in mijn zij.
‘In de familie?’ vraag ik Lara.
‘Ben je niet meer boos? Blijf je bij mij?’ weet ik moeizaam uit te brengen.
Ze knikt. ‘Ik ga helemaal nergens heen.’